Executieve functies- metacognitie

Executieve functies – Metacognitie

In de afgelopen 3 columns heeft u/hebben jullie iets kunnen lezen over de executieve functies. Het zijn de functies in je brein die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen kunt nemen, impulsen kunt beheersen en je kunt focussen op wat belangrijk is. Deze keer wil ik nog even iets dieper ingaan op één van die executieve functies nl. de metacognitie.

Metacognitie is de kennis en de vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren. Kort gezegd is metacognitie inzicht hebben in het eigen leerproces.

  • Het gaat dan om: Vaardigheden voor taakoriëntatie: Wat moet ik doen??
  • Doelen stellen: Wat moet ik bereiken?
  • Plannen: Hoe bereik ik dat doel?
  • Systematisch werken: Stap-voor-stap
  • Monitoren van jezelf tijdens de uitvoering: Begrijp ik alles? Maak ik geen fouten?
  • Evalueren na afloop: Is het antwoord juist?
  • Reflecteren: Wat kan ik hiervan leren?

Leerlingen met goede metacognitieve vaardigheden staan zelf aan het roer van hun leerproces, waardoor zij een leertaak effectiever kunnen uitvoeren. De leertaak is niet iets wat hen overkomt, maar een taak waar zij zelf actieve deelnemer aan zijn. Je merkt inmiddels als lezend wel, dat metacognitie de meest belangrijke executieve functie is van het leerproces!

Bij een leerproces is er sprake van:

  1. Een doel
  2. Een leerstrategie
  3. Meting van leerresultaten
  4. Feedback

Elk van de 4 onderdelen kan georganiseerd worden door de leraar of door de leerling zelf. Wanneer we leerlingen willen leren te leren, zullen we ervoor moeten zorgen dat ze helder moeten hebben welke beslissingen ze moeten nemen bij elk van de vier elementen. Het is natuurlijk aan de leraar om de leerlingen te helpen (scaffolding) bij het nemen van deze beslissingen om ze stapsgewijs zelf die beslissingen te kunnen laten nemen.

Zelfsturing bij jonge kinderen is goed te bevorderen via het spel. Neem b.v. het spel “stoelendans”(L.v.d. Bolt & J. Aarssen, 2020). De stoelendans laat kinderen lekker bewegen en is daarnaast een mooie activiteit die hen in staat stelt om bepaalde aspecten van hun zelfsturing en executieve functies te oefenen. Bijvoorbeeld:

  • Om te oefenen niet te vroeg te gaan zitten ( impulsbeheersing)
  • Om te oefenen met het onthouden van de regel dat je pas mag gaan zitten wanneer de muziek stopt   (werkgeheugen)
  • Om te oefenen met omschakelen zodra je iets anders moet doen; b.v. de andere kant op lopen                            (cognitieve flexibiliteit) 
  • Om te oefenen met plannen en oplossingen bedenken (strategisch dicht langs de stoelen te lopen om verzekerd te zijn van een lege plaats)

logoBelangrijk is het weten van het leerdoel. Beschrijf dat als leraar goed voor de leerling. Daarnaast moeten de leerlingen kennis hebben van de leerstrategieën die er zijn.  Wanneer de kennis gemeten is d.m.v. een PTA of tentamen is het belangrijk voor de metacognitie dat de juiste feedback op het resultaat wordt gegeven. We leren tenslotte het meeste van de dingen die nog niet goed gaan!

Meer weten over het leren!! Kijk op www.rtpraktijkdrv.nl of mail naar gery@rtpraktijkdrv.nl

Gery van den Bruinhorst- Jongerden  (Remedial Teacher)