Categorie: Columns

Mindmappen

Misschien vraagt u zichzelf af… een mind map?? O ja, dat is het centraal noteren van een onderwerp waarbij je zoveel mogelijk gerelateerde woorden bedenkt die je dan rondom dat onderwerp zet… Helaas, dat is dus een woordveld of woordweb. Heel handig om te gebruiken bij het brainstormen over een onderwerp, ter voorbereiding op een presentatie of een werkstuk. Een mind map is een vorm van verwerking van leer- of leesstof.

De Amerikaan Tony Buzan (die ik in de vorige column heb aangehaald als bedenker van het snellezen) heeft deze vorm van informatieverwerking ook ontwikkeld. Via you tube kunt u filmpjes bekijken waarin hij aan u uitlegt, waarom en hoe een goede mind map gemaakt kan worden.  Zeer inspirerend!! Mind mappen betekent volgens Buzan ‘radiant thinking’, wat letterlijk ‘stralend denken’  betekent. Hiermee bedoelt hij dat gedachten zich van binnen naar buiten verspreiden. Je hersenen werken met centrale beelden of sleutelwoorden en denken tegelijkertijd in verschillende richtingen. Daarom wordt het ook wel ‘een kaart maken van je hersenen’ genoemd.

Het maken van een mind map heeft een aantal voordelen:

  • Je combineert je linker- en rechterhersenhelft
  • Vanwege het kleurgebruik kun je op een later tijdstip de informatie vanuit je geheugen makkelijker ophalen
  • Creativiteit en motivatie worden geprikkeld en dat maakt het leren weer leuk!
  • Het brengt overzicht en structuur in kleine maar ook grote hoeveelheden informatie
  • Doordat hele hoofdstukken op 1 A3 worden gemindmapt ga je verbanden zien tussen de verschillende paragrafen en begrippen.

Hoe maak je een mindmap?

  • Leg een A4 of A3 papier in ‘landscape’
  • Teken een rechthoek in het midden van je papier. Hierin komt het vak/ onderwerp/ hoofdstuk te staan waar je mind map overgaat
  • Start met een tak die je vastmaakt aan het middelste rechthoek. Die tak is breed bij de verbinding met het rechthoek en loopt smal uit naar het denkbeeldige 1 uur.
  • Werk met de klok mee..
  • Aan de hoofdtak komen subtakken, waaraan weer kleinere subtakken kunnen komen
  • Per tak gebruik je waar mogelijk één sleutelwoord. Gebruik geen zinnen
  • Woorden kun je vervangen door symbolen of tekeningen. Bijv. een positieve smiley betekent voordelen. Bedenk je eigen symbolen of tekeningen voor begrippen. Neem daar de tijd voor.
  • Jouw mind map is heel persoonlijk. Het leerproces vindt plaats na het lezen van de tekst en het overbrengen op papier van de te leren begrippen. Dat proces kost wat tijd, maar je wordt beloond!!
  • Aan het eind vertel je jezelf hardop a.d.h.v. je mind map waar de te leren stof over ging.

Het combineren van snellezen en mind mappen is een zeer krachtige manier van opnemen en eigen maken van leerstof.

Wanneer u nog vragen heeft over deze manier van leerstof verwerken, kunt u altijd contact met me opnemen via www.rtpratkijkdrv.nl of gery@rtpraktijkdrv.nl en natuurlijk ook via 06-46355522.

Gery van den Bruinhorst
Rendementsweg 2F
3641 SK Mijdrecht

Kijken in en kiezen van het Voortgezet Onderwijs

Wil je een broodje kaas of een broodje ham?? Wanneer je je kind die keuze geeft zal het antwoord niet snel op zich laten wachten, denk ik. Maar naar welke vervolgschool wil/ kun je na de Basisschool? Dat is een keuze die veel ingewikkelder is.

Om tot een weloverwogen keuze te komen zijn er de komende weken op diverse scholen Open Dagen! Natuurlijk ga je een bezoek brengen, maar ook aan dat bezoek gaan heel wat keuzes vooraf. Naar welke school ga je kijken? Waarom naar die school? Welke extra’s heeft die school mij te bieden? Past die school bij mijn manier van leren en bij mijn talenten? Allemaal vragen waar je graag een antwoord op wilt wanneer je gaat bepalen naar welke Open Dagen je gaat! Welke school biedt extra talen en welke school biedt extra lessen op het gebied van verschillende talenten. Zoals bijvoorbeeld Science/ Technologie, Filosofie, Media en ontwerp, Drama/ Theater, Koken, Paarden enz.

Daarom wil ik jullie (leerlingen en ouders) hier graag een aantal sites meegeven waarop jullie deskundige beoordelingen van diverse scholen in onze regio te vinden zijn.

Belangrijk in deze gids is de checklist die je kunt uitprinten en mee kunt nemen naar de Open Dag. Een hele belangrijke vraag is natuurlijk… Welke extra ondersteuning biedt deze school wanneer jij het leren lastig vindt?? Vraag dat aan een leraar/ voorlichter van de school.

Of…heeft deze VMBO school LWOO (=Leerwegondersteuning)? Zo ja, aan welke voorwaarden moet je dan voldoen?

Wanneer je naar het VWO gaat, bedenk dat eens of je werkelijk later naar het WO wilt gaan of dat je een HBO studie op het oog hebt. Dan zou het HAVO niveau ook goed zijn en kun je een jaar eerder gaan studeren!

Naar welke schoolsoort je ook gaat (VMBO, HAVO, VWO), je hoeft altijd pas in de bovenbouw (vanaf het 3e jaar) een profiel te kiezen.
Met dat profiel kies je voor het eerst een beroepssector waarin je verder wilt leren. Vooral op Havo en VWO zijn de profielen nog heel breed, maar toch bepaal je daarmee al een beetje in welke richting je later je beroep zult zoeken. Tegen die tijd lukt het je wel om die profielkeuze te maken, omdat je dan al weet in welke vakken je goed bent en welke vakken je wat minder liggen. Maar in de brugklas hoef je het dus nog niet te weten!

Download dus de vogids wanneer je die nog niet via de basisschool hebt ontvangen. Ik wens u/ jullie heel veel succes bij het kijken in en kiezen van een vervolgschool die het beste bij jou past!           

Gery van den Bruinhorst- Jongerden
RT. Praktijk De Ronde Venen
www.rtpraktijkdrv.nl

Executieve functies- metacognitie

Executieve functies – Metacognitie

In de afgelopen 3 columns heeft u/hebben jullie iets kunnen lezen over de executieve functies. Het zijn de functies in je brein die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen kunt nemen, impulsen kunt beheersen en je kunt focussen op wat belangrijk is. Deze keer wil ik nog even iets dieper ingaan op één van die executieve functies nl. de metacognitie.

Metacognitie is de kennis en de vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren. Kort gezegd is metacognitie inzicht hebben in het eigen leerproces.

  • Het gaat dan om: Vaardigheden voor taakoriëntatie: Wat moet ik doen??
  • Doelen stellen: Wat moet ik bereiken?
  • Plannen: Hoe bereik ik dat doel?
  • Systematisch werken: Stap-voor-stap
  • Monitoren van jezelf tijdens de uitvoering: Begrijp ik alles? Maak ik geen fouten?
  • Evalueren na afloop: Is het antwoord juist?
  • Reflecteren: Wat kan ik hiervan leren?

Leerlingen met goede metacognitieve vaardigheden staan zelf aan het roer van hun leerproces, waardoor zij een leertaak effectiever kunnen uitvoeren. De leertaak is niet iets wat hen overkomt, maar een taak waar zij zelf actieve deelnemer aan zijn. Je merkt inmiddels als lezend wel, dat metacognitie de meest belangrijke executieve functie is van het leerproces!

Bij een leerproces is er sprake van:

  1. Een doel
  2. Een leerstrategie
  3. Meting van leerresultaten
  4. Feedback

Elk van de 4 onderdelen kan georganiseerd worden door de leraar of door de leerling zelf. Wanneer we leerlingen willen leren te leren, zullen we ervoor moeten zorgen dat ze helder moeten hebben welke beslissingen ze moeten nemen bij elk van de vier elementen. Het is natuurlijk aan de leraar om de leerlingen te helpen (scaffolding) bij het nemen van deze beslissingen om ze stapsgewijs zelf die beslissingen te kunnen laten nemen.

Zelfsturing bij jonge kinderen is goed te bevorderen via het spel. Neem b.v. het spel “stoelendans”(L.v.d. Bolt & J. Aarssen, 2020). De stoelendans laat kinderen lekker bewegen en is daarnaast een mooie activiteit die hen in staat stelt om bepaalde aspecten van hun zelfsturing en executieve functies te oefenen. Bijvoorbeeld:

  • Om te oefenen niet te vroeg te gaan zitten ( impulsbeheersing)
  • Om te oefenen met het onthouden van de regel dat je pas mag gaan zitten wanneer de muziek stopt   (werkgeheugen)
  • Om te oefenen met omschakelen zodra je iets anders moet doen; b.v. de andere kant op lopen                            (cognitieve flexibiliteit) 
  • Om te oefenen met plannen en oplossingen bedenken (strategisch dicht langs de stoelen te lopen om verzekerd te zijn van een lege plaats)

logoBelangrijk is het weten van het leerdoel. Beschrijf dat als leraar goed voor de leerling. Daarnaast moeten de leerlingen kennis hebben van de leerstrategieën die er zijn.  Wanneer de kennis gemeten is d.m.v. een PTA of tentamen is het belangrijk voor de metacognitie dat de juiste feedback op het resultaat wordt gegeven. We leren tenslotte het meeste van de dingen die nog niet goed gaan!

Meer weten over het leren!! Kijk op www.rtpraktijkdrv.nl of mail naar gery@rtpraktijkdrv.nl

Gery van den Bruinhorst- Jongerden  (Remedial Teacher)

Executieve functies….het werkgeheugen

Executieve functies – Het werkgeheugen

De afgelopen 2 columns heeft u/ heb jij wat kunnen lezen over executieve functies. Het zijn de functies in je brein die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen kunt nemen, impulsen kunt beheersen en je kunt focussen op wat belangrijk is. We hebben de inmiddels de respons-inhibitie (nadenken voordat we handelen) en planning en prioritering behandeld.

In deze column willen we even stilstaan bij ‘het werkgeheugen’. Het werkgeheugen is de capaciteit om tijdelijk informatie te onthouden om een taak te kunnen afmaken. In Wikipedia lezen we dat het werkgeheugen een tijdelijke opslagplaats is van taak-relevante informatie. Dat speelt een rol bij actieve denkprocessen.

Het kan verschillende vormen aannemen, zoals:

  • activeren van oude herinneringen (lange termijn geheugen)
  • vasthouden van meer recente ervaringen (korte termijn geheugen)
  • bewerkingen op de inhoud van het geheugen (maken van sommen- nieuwe informatie linken aan reeds opgedane informatie)
  • sturen van ons gedrag tijdens complexe situaties (b.v. 3e links na de stoplichten)

Het werkgeheugen helpt dus bij het uitvoeren van taken, het onthouden van informatie en het bedenken van oplossingen van problemen.

Laten we toch nog even inzoomen op het werkgeheugen. Leerlingen met een zwak werkgeheugen hebben dus moeite met het onthouden van instructies, of met het onthouden van regels en afspraken, kunnen meervoudige opdrachten moeilijk onthouden, vergeten huiswerk of materiaal mee naar school te nemen, kunnen moeilijk automatiseren en hebben moeite met het leggen van verbanden tussen nieuwe en aanwezige kennis.

Hoe kunt u deze leerlingen helpen om dat werkgeheugen te versterken? Geef duidelijke opdrachten, dus niet te complex. Vraag de leerlingen de opdracht te herhalen, zodat ze zelf onder woorden brengen wat de inhoud van de opdracht is. Zet evt. de taken even voor ze op een rijtje. Ook handig is het om een strategie – werkwijze aan te bieden. In een specifiek geval kunt u het voordoen, zodat de strategie nagedaan kan worden. Het aanbieden van een mondelinge opdracht kan versterkt/ ondersteunt worden door het visueel maken van de opdracht. Als extra ondersteuning kunnen daarbij materialen worden ingezet om de opdracht te verduidelijken.

Een belangrijk hulpmiddel is om afleiding te beperken. Een berichtje via de telefoon kost 7 minuten tijd om de hersenen weer te laten focussen op de opdracht. Dus goede afspraken over waar de telefoon zich bevindt tijdens het maken van het huiswerk, is heel belangrijk en kan een gunstige uitwerking hebben om de aandacht bij de opdracht te houden.

Ook zijn er allerlei geheugentechnieken toe te passen die ingezet kunnen worden om (complexe) informatie makkelijker te kunnen onthouden. Deze geheugentechnieken krijg je aangeboden tijdens de cursus Snel leren= Leuk leren. Kijk voor meer informatie op www.rtpraktijkdrv.nl of mail naar gery@rtpraktijkdrv.nl             

Gery van den Bruinhorst- Jongerden/ Remedial Teacher                              logo

Planning en prioritering

In de vorige column hebben jullie/ heeft u iets kunnen lezen over de executieve functies. Het zijn de functies in je brein die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen kunt nemen, impulsen kunt beheersen en je kunt focussen op wat belangrijk is.

Als laatste hebben we het over de planning en prioritering gehad. Daar wil ik in deze column nog even over doorgaan. Want deze functie/ vaardigheid omvat meer dan een plannetje maken van wat je komende dagen gaat doen.

Allereerst is het belangrijk dat je een agenda bijhoudt. Je hoeft hem niet mee naar school te nemen, maar leg hem open op je bureau en werk hem gelijk bij zodra je thuis komt. Schrijf alles van Magister/ Blackboard op in je agenda. Niet alleen het werk voor morgen maar alles wat al opgezet is. Verdeel dat werk in prioriteit. Is het een proefwerk (PW), schriftelijke overhoring (SO), werkstuk, of maak- en leerwerk (mw/lw)? Geef het een kleur in je agenda en verdeel je huiswerk over de resterende dag(en) waarop je het af dient te hebben.

Zo kom ik bij de weekindeling. Wanneer je al je werkzaamheden en bezigheden (sport en vrije tijd) in kaart hebt gebracht per week, kun je een planning maken. Zo krijg je een overzicht per week en krijg je grip op de hoeveelheid per dag. Vervolgens start je met het in kaart brengen van de tijd die jij nodig hebt voor elk specifiek vak. Hoe lang doe je over 1 paragraaf/ hoofdstuk van Geschiedenis of Aardrijkskunde? Hoe lang ben je bezig voor een/ of een paar opgaven voor Wiskunde/ Scheikunde/ Natuurkunde? Noteer dat voor in je agenda zodat je inzicht krijgt in de tijd die je nodig hebt voor elk vak!

Dan ga je toewerken naar een proefwerkplanner. Elk semester/ong. 3 maanden krijg je een proefwerkweek. Begin 5 à 6 weken van tevoren met het verdelen van de te leren stof in leerblokken (3 kwartier leren +1 kwartier ontspannen), want de gewone lessen gaan ook door. Dubbele taken dus; voorbereiden voor de proefwerkweek en maken en leren van het dagelijkse schoolwerk! Na een proefwerkweek is er even een paar weken alleen je dagelijkse huiswerk, maar die voorbij zijn, wordt er weer van je verwacht dat je toe gaat werken naar de volgende proefwerkweek. Achterover leunen is er helaas niet bij!

Als laatste adviseer ik ook om een jaarplanning te maken. Je hebt waarschijnlijk een PTA boekje ontvangen of hij staat op Magister/ELO. Daarin kun je in vinden wat er in dat jaar afgenomen gaat worden aan proefwerken, tentamens, werkstukken, boekenlijsten enz.  Schrijf de data waarop bepaalde onderdelen ingeleverd moeten worden op je jaarplanning! Zo hoef je er niet ‘toevallig’ achter te komen omdat iemand er een paar vragen over stelt in de les, of dat een leraar je er op het laatste moment aan helpt herinneren!! Dan wordt het helaas weer nachtwerk en lever je iets in waar je eigenlijk niet tevreden over bent.

Wat zijn executieve functies?

De laatste tijd hoor je in de media veel de term ‘executieve functies’ vallen wanneer het gaat over leerlingen die de afgelopen periode veel thuis hun onderwijs hebben moeten volgen. Er is in die periode een sterk beroep gedaan op hun executieve functies. Maar zul je je afvragen… wat zijn eigenlijk die executieve functies??

De executieve functies kun je onderverdelen in ‘koude’ en ‘warme’ functies:

  • De ‘koude’ functies gaan over het denken; zoals plannen, organiseren, initiatief nemen, werkgeheugen, taakmonitoring.
  • De ‘warme’ functies gaan over gedrag en emotie; zoals inhibitie, emotieregulatie, flexibiliteit en gedragsevaluatie.

Het zijn de functies in je brein die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen kunt nemen, impulsen kunt beheersen en je kunt focussen op wat belangrijk is. Hieronder zie je een lijstje van executieve functies zoals ze in de gedragswetenschappen omschreven worden.

  • Respons-inhibitie = nadenken voordat je iets doet
  • Werkgeheugen = informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van complexe taken
  • Emotieregulatie = emoties reguleren om doelen te behalen of gedrag te controleren
  • Volgehouden aandacht = aandachtig blijven, ondanks afleiding
  • Planning/ prioritering = een plan maken en beslissen wat belangrijk is
  • Organisatie = informatie en materialen ordenen
  • Timemanagement = tijd inschatten, verdelen en deadlines halen
  • Doelgericht gedrag =  doelen formuleren en realiseren zonder je te laten afschrikken
  • Flexibiliteit = flexibel omgaan met veranderingen en tegenslag
  • Metacognitie = een stapje terug doen om jezelf (je gedrag) en de situatie te overzien en te evalueren

Veel van deze functies zul je wel herkennen en misschien denk je zelfs bij sommige functies… daar kan ik nog wel wat aan verbeteren?! Laten we er een aantal uitpikken en even verder onder de loep leggen.

Neem bijvoorbeeld de eerst omschreven functie; respons-inhibitie = nadenken voordat je iets doet. Deze functie wordt op de kleuterleeftijd veel geoefend in het dagelijkse leven. Stop! Niet gelijk oversteken, maar eerst goed kijken naar links en rechts of er geen verkeer aankomt. Dit zal iedereen herkennen. Maar ook voor leerwerk en studie is deze functie nog steeds heel essentieel. Denk na over wat je moet/ gaat doen, voordat je begint. Met andere woorden: Maak een plan!

Dat brengt me gelijk bij een andere belangrijke executieve functie; Planning en prioritering = een plan maken en beslissen wat belangrijk is. Hierbij is het van belang dat je je dagelijkse bezigheden in kaart brengt. Dus alle bezigheden; niet alleen je huiswerk, maar ook je reistijd, je sporttijd, je ontspanning, je game-tijd enz. Maak voor jezelf een weekoverzicht zodat je in kaart brengt wanneer je waar mee bezig bent. Dat wordt de start van een goede planning. Je kunt wel heel veel huiswerk plannen elke dag, maar wanneer je die dag toevallig moet trainen voor voetbal… weten jij en ik nu al dat dat jouw prioriteit heeft! Dus ook deze functie kun je ontwikkelen.

Begrijpend Luisteren

In de vorige column heb ik het gehad over begrijpend lezen en het verwerken van de informatie die je gelezen hebt. Al denkend over dit onderwerp kwam ik tot de conclusie dat aan begrijpend lezen een andere, heel belangrijke vaardigheid vooraf gaat; namelijk Begrijpend Luisteren.

Voordat we kunnen lezen, zijn we vanaf onze geboorte al bezig met (begrijpend) luisteren. We stellen onszelf de vraag: Wat wordt hier bedoeld? Wat is het? Wat moet ik ermee? Waarvoor kan ik dit gebruiken? Enz. We ontwikkelen kennis door middel van de taal en de betekenis die de taal heeft. Je voelt dus al aan dat het begrijpen/ kennen van veel woorden een woordenschat is! Die woordenschat zorgt ervoor dat je een bepaalde voorkennis hebt van een onderwerp en je de woorden in een context kunt plaatsen. Je begrijpt wat de inhoud is van een woord omdat je de context begrijpt.

Even de definitie van begrijpend luisteren: Dat is het vermogen geschreven of gesproken teksten te begrijpen.

Begrijpend luisteren is dus ook een doelgericht denkproces waarbij verschillende ‘elementen’ een rol spelen. Iemand die (voor)leest en (voor)denkt, iemand die luistert, de tekst zelf en het doel waarmee de lezer/ spreker de tekst (voor) leest. Als leraar/ leerkracht geeft u al voorlezend, in interactie met de tekst, betekenis aan woorden, zinnen, illustraties en de tekst als geheel. Laten we dit even de uitleg van de leraar noemen. Nu is het de taak van de leerling/ student om zo te luisteren dat de nieuwe kennis gaat integreren met de bestaande kennis. U voelt al wel aan dat dit een moeilijke opgave is voor de leerling.

Wat de leraar nu het beste kan doen is “modeling”. De leraar vertelt hardop denkend op welke manier hij/ zij betekenis verleent aan de tekst door het denken over de tekst te demonstreren. Zo worden de leerlingen meegenomen in het denkproces over informatie en gaan dit voorbeeld nadoen. Dit denkproces wat op gang gebracht moet worden, moet ook ondersteunt en bevestigd worden. Een mooie term hiervoor is “scaffolding”; wat betekent in de steigers zetten. Binnen de kaders van een doelgericht gesprek stelt u vragen die uitnodigen tot nadenken, praten over, brainstormen, mening vormen, beargumenteren van die mening. U bent de uitdager om de leerlingen te leren zelf vragen te gaan stellen, zelf te onderzoeken… te gaan woordenschatgraven. Dit proces leidt tot het begrijpen van die woorden/ teksten/ informatie. 

Even weer terug naar de Voortgezet Onderwijs leerling die in de les zit en luistert naar de uitleg van de informatie die besproken wordt. Stelt hij/zij zichzelf vragen? Luistert hij actief naar de uitleg, neemt de leraar hem/haar mee in het nadenken over de informatie?? U begrijpt deze metacognitieve vaardigheid die zeer belangrijk is voor het totale leerproces.

Begrijpend Lezen en Informatieverwerking

Eén van de 10 geheugenprincipes die jou helpen om makkelijker te leren is hoe je het beste informatie kunt onthouden. We onthouden nl.:

  • 10% van wat we lezen
  • 20% van wat we horen
  • 30% van wat we zien
  • 50% van wat we horen en zien
  • 70% van wat we met anderen bespreken
  • 80% van wat we evalueren en nabespreken
  • 90% van wat we anderen uitleggen

Tijdens de meeste lessen op het VO wordt de informatie aangeboden via lezen en luisteren. Dan moet je dus als leerling de vaardigheid beheersen om deze informatie te analyseren en daarna te kunnen verwerken.

Een vak wat naar mijn mening enigszins onderbelicht blijft in het Basisonderwijs is het Begrijpend Lezen. Er wordt voor dit vak doorgaans maar 1 uur per week op het lesrooster ingeruimd. Terwijl de vaardigheden die dit vak aanleert, essentieel zijn voor alle andere vakken. Het herkennen van de hoofdgedachte van een tekst? Het uit de tekst halen van de sleutel- en signaalwoorden ? Vragen die uitgebreid aan de orde komen bij Begrijpend Lezen. In veel gevallen ondersteund door een stappenplan. Helaas merken we dat veel leerlingen de teksten lastig vinden en het stappenplan niet of niet goed hanteren. Wanneer dit stappenplan geïntegreerd toegepast zou worden bij alle andere vakken, de leerlingen juist de stappen van informatieverwerking veel beter gaan begrijpen en toepassen.

Dat brengt me bij de leerlingen van het Voortgezet Onderwijs. Zij moeten tijdens de les de leerstof via begrijpend luisteren en lezen zelf verwerken. Hoe maak je aantekeningen en in welke vorm verwerk je die aantekeningen?

Verwerk je ze in een Cornell-schema of in een aantekeningen mindmap? De verschillende vakken vragen om een verschillende benadering van verwerking van de leerstof. Even kort uitgelicht; je kunt met het Cornell-schema aantekeningen maken tijdens lessen, instructies en video’s, maar ook de stof uit je leer- en werkboek samenvatten. Daarnaast kun je het Cornell-schema gebruiken om een opzet te maken voor een mindmap. Wanneer je de leerstof en de aantekeningen uit de les, aangevuld met de informatie uit je werkboek, verwerkt in een mindmap ben je al bezig met het toets klaar maken van de leerstof. Dit proces vergt misschien wat meer tijd van je gedurende de lesweken, maar scheelt je zeeën van tijd tijdens de voorbereidingen voor je toets- / examenweken.

Naast deze verwerkingsmogelijkheden zijn er nog het Tekstschema; veel gebruikt voor een vak als Biologie. Ook de Conceptmap is een techniek om lesstof in een visueel en grafisch schema samen te vatten. Dit is geen makkelijke techniek maar helpt je wel om effectiever te denken en de complexiteit van begrippen en ideeën te beheersen. Dan is er nog een Stroomschema of Flowchart; ook een schematische voorstelling van een proces. Goed in te zetten bij Economie, Natuur- en Scheikunde. De Tijdlijn is onmisbaar bij een vak als Geschiedenis. Deze is te combineren met mindmap takken en ook bij Aardrijkskunde en Economie goed in te zetten. Als laatste verwerkingsvorm wil ik toch ook nog even de Infografic noemen. Dat is en informatieve illustratie in collagevorm waarmee je informatie over een bepaald onderwerp visueel in kaart brengt. Het is tijdrovend maar zeer effectief. Een middel wat heel goed in zetten is bij het maken van een onderzoeksverslag of als presentatie van je profielwerkstuk.

Denken in mogelijkheden

Denken in mogelijkheden

Never waste a good crisis’, is een bekende uitspraak van Winston Churchill. De Britse (oud)staatsman gaf hiermee aan, dat de Verenigde Naties haar bestaan te danken heeft aan een minder leuke periode, die aan de oprichting van het orgaan vooraf ging, namelijk de Tweede Wereldoorlog.

Het woord ‘crisis’ is oorspronkelijk afkomstig uit de Griekse taal en betekent letterlijk een tweesprong in de weg. Eén afslag leidt naar een verbetering, en de andere zorgt ervoor dat de omstandigheden slechter worden.

Dat we ons momenteel in een crisis bevinden behoeft geen uitleg, denk ik. Maar hoe gaan wij/ ga jij met deze crisis om?? Zitten we inmiddels vast in ons denkpatroon dat er helemaal niets meer mag?? Of is er nog ruimte voor ‘creatief denken’….

Dr. Edward De Bono (1933) ontwikkelde een methode waarbij je leert kijken vanuit verschillende gezichtsvelden. De Bono bedacht 6 denkhoeden in 6 verschillende kleuren. Elke kleur hoed vertegenwoordigt een gezichtspunt/ denkwijze die je kunt toepassen op een tekst, een situatie of een probleem.

  1. De witte hoed = objectiviteit. Je gaat op zoek naar feiten, cijfers, aantoonbare zaken.
  2. De blauwe hoed = het proces. Je doet even een stap achteruit en bekijkt de tekst (o.i.d.) als geheel. Probeer het overzicht of de structuur te ontdekken.
  3. De rode hoed = gevoel, emoties. Wat voor gevoel geeft het onderwerp/ de tekst jou? Welke beelden roept het bij je op?
  4. De groene hoed = creativiteit. Welke vernieuwende ideeën vind je? Wat zijn de alternatieven? Welke veranderingen kun je ontdekken?
  5. De zwarte hoed = pessimisme. Je ziet de negatieve gevolgen en oordeelt. Je kijkt op een kritische manier of je ergens rekening mee moet houden.
  6. De gele hoed =  optimisme. Je ziet de positieve gevolgen. Kijkt naar de voordelen, de kansen en de mogelijkheden!!

Pas elke zienswijze toe op een tekst; voor en nadat je het gelezen hebt. Je zult de opbouw en de inhoud van de tekst beter begrijpen en kunnen onthouden. Daarnaast ga je het verschil zien tussen goed en fout, waar en onwaar, feit en mening. Verbanden en structuren ga je op deze manier ontdekken, wat je weer kunt inzetten bij het maken van een mind map of tekstschema.

Ook kun je elke zienswijze toepassen op jouw huidige situatie/ omstandigheden! Wat gaat goed of nog niet zo goed, wat kan anders? Zijn er creatieve oplossingen te bedenken voor de dingen die je graag anders zou zien! Mijn voorstel voor jou is: ga hiermee in je dagelijkse leven en in je studie aan de slag en je zult verstelt staan van alle mogelijkheden!!

Meer weten of deze denkmethode?? Kijk op de site: www.rtpraktijkdrv.nl of schrijf je in voor een leren leren cursus die bij jou past!

Plannen en focussen

Het wordt weer zweten de komende tijd voor de leerlingen die in mei examen moeten gaan doen! De één zal het examen met meer vertrouwen tegemoet gaan dan de ander. Hoe zijn alle gemiddelde cijfers uitgevallen en welk cijfer moet er dan minimaal gehaald worden om tot een voldoende resultaat te komen??!

Om de stress te verminderen kunnen jullie een aantal dingen in ieder geval doen. Een goede planning maken bijvoorbeeld! Plan zo’n 4 – 6 weken van tevoren naar je examen toe. Bereken hoeveel leerblokken je nodig hebt per vak. Eén leerblok bestaat uit driekwartier gefocust leren en 1 kwartier relaxen. Zorg daarbij dat je niet wordt afgeleid door je telefoon of filmpjes via je computer. Doe dat in het relax-kwartier. Je hersenen hebben namelijk 7 minuten nodig om goed te focussen. Dus wanneer je een uur leert en je bent 6x afgeleid door b.v. je telefoon, ben je dus 42 minuten bezig met focussen op de leerstof!  Je kunt dan beter 18 minuten gefocust leren en 42 minuten relaxen, dan leer je net zoveel. Andersom is waarschijnlijk effectiever om een goed cijfer te behalen! Leg de afleiding weg!  Dat heb je zelf in de hand!    

Zorg daarnaast voor afwisseling van de leer-, taal en doe vakken. Plan bijvoorbeeld op één dag Economie, Frans en Wiskunde. De verschillende leerstof stimuleert je hersenen en zorgt voor een verschillende focus. Bij het vak Wiskunde is het weer belangrijk dat je weet hoeveel tijd je kwijt bent met het maken van 1 opgave. Zo krijg je inzicht in de tijd die je nodig hebt om één paragraaf te leren, één hoofdstuk of meerdere hoofdstukken. Dat is weer belangrijk voor je planning.

 Het leren van twee talen na elkaar moet je dus proberen te vermijden. Dan loop je het risico dat je spelling- en of grammaticaregels door elkaar gaat halen. Het verklanken van een vreemde taal is nodig om de woorden op de juiste manier te schrijven en de betekenis te onthouden. Juist bij lees- en luistervaardigheid heb je daar weer profijt van. Hoe je het beste luistervaardigheid kan oefenen? Kijk op mijn site naar de verschillende websites die ik daarop voor jullie heb neergezet. Kortom wissel de inhoud van je leerblokken af met verschillende type vakken. Wanneer je een leerblok hebt afgerond, streep hem door op je planning, zodat je weet waar je wel of niet aan toe gekomen bent. Blokken die niet gelukt zijn, plan je vervolgens opnieuw in!

Een goede planning geeft controle, rust, over- en inzicht in de tijd die je tot je beschikking hebt tot je examen. Wil je meer weten over de cursus “Plan je examen”, kijk dan op de site www.rtpraktijkdrv.nl. of mail naar gery@rtpraktijkdrv.nl

Heel veel succes met alle voorbereidingen op je examen!!